
Voor het vierde jaar op rij schenkt het Crematorium Brugge de opbrengst uit edelmetalen aan de Stichting MUG-heli. In totaal gaat het dit jaar om 12.000 euro. Samen met Stad Brugge ondersteunt Uitvaartspecialist DELA op die manier een initiatief dat jaarlijks tientallen levens redt.
Na een crematie blijven, naast de as van de overledene, regelmatig ook edelmetalen over in de crematieresten. Het gaat om hoogwaardige chirurgische metalen als titanium en staal die gebruikt worden voor protheses van bijvoorbeeld heupen en knieën. Deze zijn bestand tegen de hoge temperaturen van het crematieproces, en verdwijnen dus niet volledig.
De metalen worden na de crematie uit de as verwijderd en overgenomen door een gespecialiseerd bedrijf dat ze verwerkt tot bijvoorbeeld nieuwe protheses. Uitvaartspecialist DELA en de stad Brugge, die een publiek-private samenwerking hebben, beslissen samen elk jaar opnieuw aan welk goed doel uit de regio de opbrengsten geschonken zullen worden. Voor het vierde jaar op rij viel de keuze op de Stichting MUG-heli. De schenking die op vrijdag 29 oktober overgemaakt wordt, bedraagt 12.000 euro.
MUG-heli redt 40 mensenlevens op jaarbasis
De helikopter met uitvalsbasis het AZ Sint-Jan te Brugge, is sinds 1998 de enige helikopter die erkend is binnen het 100-systeem. Jaarlijks redt de helikopter zo’n 40 mensenlevens. Schepen van Burgerlijke Stand en Bevolking Jasper Pillen: “Het is mooi dat het Brugs crematorium met deze opbrengst een levensreddend instrument als de MUG-heli ondersteunt. Ik dank hen van harte voor dit initiatief.”
MUG-heli afhankelijk van giften
Crematoriummanager Ronny Bulcke vult aan: “We kiezen er bewust voor om een lokaal initiatief te steunen, gezien onze lokale verankering en gezien het maatschappelijk engagement van DELA. De Stichting MUG-heli krijgt een beperkte federale toelage, maar die is ruim onvoldoende om de dagelijkse werking ervan te financieren. Daardoor is de MUG-heli sterk afhankelijk van sponsoring, alsook van de steun van de provincie en gemeenten. Onze schenking is voor hen dan ook meer dan welkom.”
Foto: Instituut Medische Dringende Hulpverlening