Gemeentelijk reglement op het stallen van (brom-)fietsen op het openbaar domein
Art. 1.
In Brugge moeten (brom-)fietsen op het openbaar domein gestald worden in de daartoe voorziene (brom-)fietsstallingen voor zover deze beschikbaar zijn in de nabije omgeving. (Brom-)Fietsen die ingevolge hun bouw niet in de fietsstallingen kunnen geplaatst worden, moeten (voor zover mogelijk en zonder inname van autoparkeerplaatsen) opgesteld worden onmiddellijk naast de fietsstallingen en evenwijdig met de opgestelde (brom-) fietsen, zodat een gemakkelijke en ongehinderde doorgang op de voetpaden niet wordt belemmerd. Indien er geen (brom-)fietsstallingen beschikbaar zijn, dan dient de fiets op het openbare domein gestald te worden op een niet-hinderlijke en niet-gevaarlijke wijze.
Art. 2.
Een (brom-)fiets die –al dan niet reglementair gestald- langer dan 1 maand ongebruikt blijft staan, wordt beschouwd als een 'weesfiets'. Een weesfiets kan ambshalve verwijderd worden.
Art. 3.
De (brom-)fietsen die in het openbaar gestald zijn, moeten afgesloten zijn. Een niet-afgesloten (brom-)fiets wordt beschouwd als 'achtergelaten (brom-)fiets' en kan ambtshalve onmiddellijk verwijderd worden.
Art. 4.
Een (brom-)fiets die in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert en rijtechnisch niet meer functioneert, wordt beschouwd als een 'wrak'. Een wrak kan ambtshalve onmiddellijk verwijderd worden.
Art. 5.
Naar aanleiding van evenementen kunnen door de Stad Brugge tijdelijk mobiele fietsstallingen geplaatst worden. Op of in de nabijheid van deze tijdelijke fietsstallingen wordt de einddatum duidelijk geafficheerd. Fietsen die na het verstrijken van de toegelaten termijn nog in deze fietsstallingen staan, worden ambtshalve verwijderd. Naar aanleiding van evenementen (processies, manifestaties, …) kunnen publieke fietsstallingen tijdelijk ontoegankelijk zijn en leeggemaakt worden. Dit wordt binnen een redelijke termijn aangekondigd. Fietsen die niet weggenomen zijn, kunnen ambtshalve weggenomen worden als zij hinderlijk zijn voor het evenement.
Art. 6.
Alle (brom-)fietsen die ingevolge bovenstaande bepalingen ambtshalve worden verwijderd, worden door Stad Brugge bewaard overeenkomstig de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting. Wrakken zoals bedoeld onder art.4 die niet identificeerbaar zijn, worden tot schroot verwerkt.
Art. 7.
Ambtshalve verwijderde (brom-)fietsen worden overgebracht naar de stedelijke fietsendienst.
Art. 8.
De ambtshalve verwijderingen ikv dit reglement gebeuren op risico van de (brom-) fietser/eigenaar. Indien het doorknippen van een slot genoodzaakt is, dan kunnen de kosten voor het herstel of de aanschaf van een nieuw slot niet verhaald worden op het stadsbestuur.
Art. 9.
De bepalingen in politieverordening dd. 18 september 1984 worden opgeheven.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2010.