Wetenschappelijk naam |
Carpinus betulus |
Nederlandse naam |
Haagbeuk |
Standplaats |
Hof Arents Deze locatie maakte tot 1580 deel uit van het Gruuthusehof en is genoemd naar zijn laatste privé-eigenaar, Aquilin Arents de Beerteghem. In 1909 kocht de stad de tuin en vormde zo een verbinding naar het Gruuthuse en in 1983 werd het omgevormd tot een erekoer die de verbinding is tussen verschillende museale instellingen. De zuilen zijn restanten van de waterhalle, die ooit op de markt stond. |
Algemene info |
De haagbeuk is een inheemse, bladverliezende loofboom met een mooi ronde, gesloten kruin die tot 10 meter breed wordt. Dit oude exemplaar vertoond de typische, gegroefde stam. De bladeren zijn ovaal, geribd en dubbelgezaagd. Ze lopen lichtgroen uit en worden later donkergroen aan de bovenkant en geelachtig aan de onderzijde. De herfstverkleuring is geel. De verdorde bladeren blijven een deel van de winter aan de takken hangen. De bloemen zijn onopvallende katjes die verschijnen voor het blad. Haagbeuken worden pas op 20-jarige leeftijd vruchtbaar, dan verschijnen de nootjes die een lekkernij zijn voor vogels. De vruchtjes zijn lichtgeel, hangen in trossen en zitten opgesloten in een drielobbig, gevleugeld schutblad. |
Vermoedelijk plantjaar |
Niet bepaald |
Omtrek |
168 cm |
Bijzonderheden |
Het harde fijnvezelige hout is zeer slijtvasten en wordt daarom gebruikt voor houten tandwielen, wielspaken, hamers, kegels en bepaalde beweegbare piano-onderdelen. De haagbeuk is aangeplant toen de tuin nog in private handen was. |