Meerjarenplan Stad en OCMW en politiebegroting goedgekeurd

27
nov
2019

Op 26 november 2019 heeft de gemeenteraad het Meerjarenplan 2020-2025 voor Stad Brugge en OCMW en de politiebegroting goedgekeurd

Het is het eerste meerjarenplan waarin de 
Stad en OCMW geïntegreerd zijn en biedt een financiële vertaling van het Brugs Beleidsprogramma 2019-2024, dat werd goedgekeurd in maart.
Bij de opmaak van dit meerjarenplan lag de nadruk op vier pijlers: een zuinigefficiënt maar ook een ambitieus en vooral een gezond financieel beleid.

Enkele krachtlijnen

  • Er wordt fors geïnvesteerd in een warme, sociale en solidaire stad.
  • Door de politiedotatie kan sterk ingezet worden op een veilig Brugge.
  • Geen verhoging van de belastingen
  • Met een bedrag van 300 miljoen euro, is er ruimte voor concrete investeringen. Denk maar aan het congrescentrum, de nieuwe museumsite, de vernieuwde Biekorf site en de uitbreiding van parking 't Zand. Tegelijk blijft de uitstaande schuld blijft onder controle, met een schuldratio van 48 procent.

We zetten de trend van de gezonde financiën verder. Er is een jaarlijks dubbel financieel evenwicht. De exploitatiekosten zijn onder controle zodat ook de toekomstige bestuursploeg aan beleid kan doen. 

De cijfers in detail

Exploitatieontvangsten

Exploitatie-uitgaven

Exploitatieoverschot

Investeringen

 

Exploitatieontvangsten

Voor het meerjarenplan 2020-2025 voorzien we 2.047 miljoen euro exploitatieontvangsten (ofwel +- 2,05 miljard)

Waarvan 1.816 miljoen bij de Stad:

  • Ontvangsten uit de werking à 231 miljoen euro
    • O.a. ontvangsten uit toegangsgelden musea, voorzien een stijging vanaf 2021 (Voor Bruggelingen blijft het gratis)
    • Verhoging van de tarieven voor boven- en ondergronds parkeren (maar gunstig tarief via P-card voor Bruggelingen)
    • Fiscale ontvangsten à  688 miljoen euro
      • Hogere overheden 592 miljoen euro (86 procent)
        • Opcentiemen OV = 349,5 miljoen euro
        • Aanvullende personenbelasting = 230,8 miljoen euro
  • Gemeentebelastingen: 96 miljoen euro (14 procent)
    • Belastingsverlagingen:
      • Single vriendelijke milieubelasting
      • Optrekken vrijstelling bedrijfsruimten
      • Vermindering bouwtaks
      • Nieuwe gerichte belastingen in functie van beleidskeuzes:
        • Niet-geadresseerd reclamedrukwerk
        • Masten & pylonen (visuele vervuiling)
        • Verblijfsbelasting wordt opgetrokken
        • Werkingssubsidies à 857 miljoen euro
          • Gemeentefonds met 3,5 procent groeivoet: 534,5 miljoen euro
          • Tussenkomst hogere overheden onderwijzend personeel: 154 miljoen euro
          • Aanvullende dotaties gemeentefonds: 51 miljoen euro
          • Diversen:
            •  werking diensten (o.a. musea)
            • Tussenkomst resonsabiliseringsbijdrage,
            • Elia compensatie
            • Regularisatiepremie contingentgesco’s
            • Financiële ontvangsten, 41 miljoen euro
              •  voornamelijk dividenden, 40,1 miljoen
                • Gas en elektriciteit: 33,4 miljoen euro
                • MBZ: 6,8 miljoen euro
  • Maar ook intresten uit beleggingen
    • 0,85 miljoen euro

Het OCMW voorziet 230,4 miljoen euro exploitatieontvangsten.

Exploitatie-uitgaven

Daartegenover staan 1.941 miljoen euro exploitatie uitgaven (ofwel +- 1,94 miljard).

Waarvan 1.611 bij de Stad:

  • Personeelskosten à 762,2 miljoen euro
    • Onderwijzend personeel: 154 miljoen euro (volledig gesubsidieerd)
    • Personeelsenveloppe exclusief responsabiliseringsbijdrage: 568 miljoen euro. Voor het eerst wordt met een personeelsenveloppe gewerkt. Vervangingen & pensioneringen  moeten binnen deze enveloppe gebeuren. In de enveloppe wordt rekening gehouden met 100 procent vervanging van pensioneringen tot 2024 en 50 procent in 2025.
    • Responsabiliseringsbijdrage: 35 miljoen euro
    • Diversen: 5,5 miljoen euro (preventieve middelen, arbeidsgeneeskundige dienst, etc)
    • Toegestane werkingstoelagen à 501 miljoen euro
      • Politiezone:  188,1 miljoen euro
      • Mintus: 141 miljoen euro
      • Hulpverleningszone: 57,4 miljoen euro
      • Brugge plus: 30,4 miljoen euro
      • OCMW-verenigingen: 9,5 miljoen euro
      • Entrepot: 5,2 miljoen euro
      • Korrelatie: 3,8 miljoen euro
      • Concertgebouw: 3,6 miljoen euro
      • Kenniscentrum: 2,7 miljoen euro
      • Oranje VZW: 1,2 miljoen euro
      • Veel diversen…
      • Opmerking: het decreet lokaal bestuur voorziet geen dotatie voor het OCMW meer. De regelgeving stelt dat de stad moet zorgen dat het OCMW aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Daarom houden wij bij de stad rekening met een tussenkomst in het verlies van het OCMW van 100 miljoen euro. Het OCMW houdt op zijn beurt rekening met een tussenkomst van de stad van 100 miljoen euro, maar in het geconsolideerd meerjarenplan is dit dus niet merkbaar (heft elkaar op)
      • Financiële uitgaven: 11 miljoen euro
        • Dit betreft voornamelijk intresten op leningen: 10,4 miljoen euro
        • Werkingskosten à 328,6 miljoen euro
          • Technische diensten (Afvalophaling, crematies, schuttledienst, beveiliging,…) (112)
          • Elektriciteit (25 mio euro)
          • Intellectuele diensten (21 mio euro)
          • Publiciteitskosten (16 mio euro)
          • Informatica (15 mio euro)
          • Huurlasten (13 mio euro)
          • Andere operationele kosten 8,9 miljoen euro, o.a.
            • Belastingen
            • Schadevergoedingen

Het OCMW voorziet 329,4 miljoen euro exploitatiekosten.

 

Exploitatieoverschot

Geconsolideerd betekent dit een exploitatieoverschot van 106 miljoen euro over de 6 jaar. Dit exploitatieoverschot is de basis om aan beleid te kunnen doen (ook voor de volgende legislatuur). Met dit exploitatieoverschot kunnen namelijk de investeringen gefinancierd worden of de leningen afbetaald worden.

 

Investeringen

De nieuwe bestuursploeg is heel ambitieus. De komende 6 jaar zijn er minstens 306 miljoen euro investeringen gepland. (Dit is maar liefst 37 procent meer dan de investeringen uit het initieel MJP 2014-2019). De investeringen zijn opgesplitst in materiële investeringen (268 miljoen euro) en anderzijds Investeringstoelagen (38 miljoen euro). Een aantal investeringen zijn gesubsidieerd waardoor ook investeringsontvangsten kunnen ingeschreven worden.

Investeringsontvangsten:

Te ontvangen Investeringssubsidies: 26,1 miljoen euro voor o.a.:

  • Investeringssubsidie stadsrepubliek (1,4 miljoen euro)
  • Nieuwe tentoonstellingshal (17,64 miljoen euro)
  • Conservatorium (0,2 miljoen euro)

Daarnaast voorzien we ook verkopen van stadseigendommen: 29,2 miljoen euro (in het initieel MJP 14-19 was dit 36 miljoen euro) voor o.a.:

  • Complex Himpe
  • Vismijn Zeebrugge
  • Sebrechts, Moritoen, Hooistraat 17, …

Enkele belangrijke investeringen zijn:

  • Beurs- en congrescentrum à 38,6 miljoen euro
  • Nieuwe tentoonstellingshal à 30 miljoen euro
  • Strategische aanwervingen à 10 miljoen euro (Detail pag 177 boekdeel 2)
  • Stadsaandeel projecten andere overheden à 10 miljoen euro (Detail pag 178 boekdeel 2)
  • Verbouwing Biekorf (stadsrepubliek) à 9 miljoen euro
  • Ontwikkeling kustpark (Kazerne Knaepen) à 5,6 miljoen euro 
  • Restauratie conservatorium à 4,9 miljoen euro
  • Erfgoeddepot Pathoekeweg à 4,5 miljoen euro
  • Vernieuwen openbare verlichting à 4 miljoen euro
  • Community land trust à 3 miljoen euro
  • Buiteninfrastructuur voor jeugd(werk) à 1 miljoen euro 
  • Assebroek voormalige site de lijn à 1 miljoen euro
  • Wegen, pleinen en water à 45 miljoen euro
  • Groene investeringen à 18 miljoen euro
  • Onderhoud patrimonium stad à 30 miljoen euro
  • Diversen à 55 miljoen euro (o.a ICT, aankoop kunstwerken etc)

Bij het OCMW situeren zich de investeringen vooral bij de verenigingen en Mintus, waardoor ze in dit meerjarenplan niet tot uiting komen. De grootste investering bij Mintus is ongetwijfeld het nieuwe woonzorgcentrum Sint-Pietersmolenwijk.

Enkele belangrijke investeringstoelagen

  • Wonen: 14,8 miljoen euro opknappremie
  • Infrastructuurtoelage concertgebouw: 4, 3 miljoen euro
  • Investeringstoelagen voor sportinfrastructuur: 3,6 miljoen euro
  • Investeringstoelagen voor jeugdinfrastrcutuur: 1,75 miljoen euro
  • Centraal impuls- en cofinancieringsbudget voor innovatieve projecten: 1,8 miljoen euro

Het is de ambitie om minstens 306 miljoen euro te investeren. Een groot deel daarvan financiert Brugge met eigen middelen. Ongeveer de helft van de geplande investeringen wordt gefinancierd met nieuwe leningen (153 miljoen).
De uitstaande schuld wordt geraamd op 155,5 miljoen euro eind 2025 (exclusief het OCMW) als we deze leningen ook effectief opnemen.  Na opname van deze leningen bedraagt de schuldgraad van de stad maar 48,41 procent . Dit is een toename van 16 procentpunt t.o.v. 2018, en gelijk met het niveau van 2010.
Deze geprojecteerde schuldgraad is ruim onder het gemiddelde van de centrumsteden voor 2018 (59 procent).
In de jaren voor 2010 bedroeg onze schuldgraad ooit  200 procent (1993). Alles onder de 100 procent wordt als gezond gezien.