
In de Belgische Noordzee komen 2 soorten zeehonden voor: de gewone en de grijze zeehond. Hoe onderscheid je deze soorten van elkaar? En hoe kun je inschatten of een zeehond in de problemen verkeert? Deze handleiding bereidt je vooor op een ontmoeting met een zeehond op het strand.
De kans dat je oog in oog komt te staan met een zeehond op het strand van Zeebrugge is de laatste jaren sterk toegenomen. Dit komt door het stijgend aantal zeehondenkolonies in onze buurlanden. Zeehonden zijn dus geen bedreigde diersoort meer bij ons, wel een beschermde diersoort.
Gewone zeehond
De kleinste soort kun je gemakkelijk herkennen aan zijn ronde hondenkopje met geknikte snuit. De neusgaten liggen in een V-vorm. Ze worden 130 kg zwaar en bijna 2 m lang. Vrouwtjes zijn iets kleiner.
Gewone zeehonden komen dicht bij de kust voor. Ze zwemmen vaak rivieren op, ook in zoet water. De kleur en het vlekkenpatroon geven geen uitsluitsel over de soort. De vacht – van lichtbruin tot donkergrijs – kan ook helemaal anders lijken wanneer deze droog of nat is.
Gewone zeehondpup
Gewone zeehonden krijgen hun jong eind mei, juni en juli, meestal op drooggevallen zandplaten. Ze wegen dan ongeveer 9 kg. Kort na de geboorte kunnen ze al zwemmen. Dankzij de zeer voedzame moedermelk groeien ze snel. Na het spenen kennen de jongen een moeilijke periode waarin ze moeten leren jagen en waarin vetweefsel omgezet wordt in spierweefsel. Ze verliezen dan zonder probleem 2 tot 5 kg van hun gewicht.
Grijze zeehond
Volwassen grijze zeehonden zijn veel forser dan de gewone zeehond. Mannetjes worden wel 3 meter lang en wegen dan meer dan 300 kg. De vrouwtjes blijven een stuk kleiner. Grijze zeehonden zijn gemakkelijk te herkennen aan hun ‘paardenkop’ of Griekse neus: de snuit en het voorhoofd liggen in één lijn.
Grijze zeehondpup
Jongen van de grijze zeehond worden bij ons in november en december geboren. Grijze zeehondpups hebben dan ook een dikkere vacht nodig en beantwoorden daarom beter aan het stereotiepe beeld van witte en pluizige zeehondenjongen. Na enkele weken verliezen ze hun witte vacht.
Zeehonden beschermen
Zeehonden worden op onze stranden helaas vaak door mensen verstoord. Meestal zonder slechte bedoelingen: uit nieuwsgierigheid, onwetendheid of bezorgdheid.
Tijdens de voorbije lockdowns was een grote groep ongeruste mensen rond een zeehond geen zeldzaamheid. Nochtans is de nodige rust aan land erg belangrijk voor hun vertering, slaap en het inwisselen van de vacht. Dat leidde in 2020 tot de oprichting van het NorthSealTeam, een burgerinitiatief dat de rustende zeehonden wil beschermen en de mensen correct wil informeren.
Ziek of niet?
Zeehondenpups die alleen op het strand liggen hebben doorgaans geen probleem. Pups van de grijze zeehond blijven in hun eerste levensweken vaak langer uit het water omwille van de dichte vacht die hen tegen de koude beschermt.
Toch is het mogelijk dat je een zeehond in nood aantreft. Algemene richtlijnen zijn dat gezonde zeehonden vaak alert zijn, een ‘banaanhouding’ aannemen met opgeheven staart en kop, geen wondjes vertonen en niet grommen.
Zieke zeehonden zijn meestal veel passiever. Zie je als eerste een zeehond neem dan steeds contact op met het NorthSealTeam, via 0491 74 32 78. Zij verwittigen, indien nodig, SEA LIFE Blankenberge.
Vier gouden tips
- Bewaar 30 meter afstand van zeehonden op het strand
- Hou je hond aan de leiband en laat hem niet in de buurt van de zeehond komen
- Onderdruk de drang naar een ‘sealfie’ of close-up foto
- Verwittig het NorthSealTeam via het noodnummer 0491 74 32 78