In het Brugse beleidsprogramma wordt een duidelijke keuze gemaakt voor een toegankelijke stad. De toegankelijkheid van de bushaltes is hierin een belangrijke schakel. Zich zelfstandig kunnen verplaatsen is noodzakelijk om het leven kwaliteitsvol te kunnen uitbouwen en te beleven.
Dit geldt voor jong en oud, onder alle omstandigheden, met of zonder handicap. Ongeveer een op zeven mensen onder de 65 jaar heeft een beperking. Ongeveer een op vijf mensen is ouder dan 65. Wie tot die categorieën behoort, moet zich ook vlot kunnen verplaatsen. Ook voor wie bijvoorbeeld met een kinderwagen onderweg is of met een tijdelijke blessure zit, moet dat mogelijk zijn.
Burgemeester Dirk De fauw: “In de aanpak van het nieuwe openbaar vervoerplan in Brugge werd toegankelijkheid als belangrijk principe meegenomen. Nieuwe bushaltes worden waar mogelijk toegankelijk aangelegd. Voor belangrijke overstaphaltes doen we extra inspanningen om de toegankelijkheid te verbeteren. De komende jaren doen we een inhaalbeweging om ook bestaande haltes te optimaliseren. Samen met de Politie en De Lijn werden vorige zomer heel wat haltes gescreend. Op basis hiervan werden prioriteiten vastgelegd.”
Basisbereikbaarheid
Tegelijk lanceerde Vlaanderen eind 2020 het Masterplan Toegankelijkheid. Het Masterplan Toegankelijkheid is een actieplan dat de halte-infrastructuur van het openbaar vervoer tegen 2030 toegankelijker wil maken. Het plan kadert in de nieuwe Vlaamse mobiliteitsvisie van basisbereikbaarheid.
Basisbereikbaarheid wil belangrijke plaatsen en diensten (zoals scholen, handelskernen, cultuurcentra …) bereikbaarder maken. Het openbaar vervoer speelt hierbij een belangrijke rol. Het toegankelijk maken van haltes vraagt een actieve samenwerking met de lokale besturen.
Schepen van Welzijn Pieter Marechal: “Door het ondertekenen van het charter ‘Masterplan toegankelijke haltes’ engageren we ons om mee de doelstellingen te behalen op het domein van het Brugs grondgebied.
In het Masterplan staat dat 50 procent van de haltes in Vlaanderen zelfstandig of met minimale assistentie toegankelijk moet zijn tegen 2030 voor personen met een motorische beperking en voor blinde en slechtziende mensen. Van de haltes aan mobipunten, waar verschillende vervoersmiddelen op elkaar aansluiten, moet tegen 2030 100% autonoom toegankelijk zijn.”